woensdag 2 december 2015

Glimlach

Mijn vrouw en dochter zijn beiden als vrijwilliger betrokken geweest bij de opvang van een honderdtal vluchtelingen in onze woonplaats. Het COA had geen capaciteit en de gemeente nam de verantwoordelijkheid op zich. Een grote groep christenen, moslims en humanisten meldden zich aan als vrijwilliger en deden volgens een rooster 'dienst'. Eerst bij de noodopvang in een sportzaal en later in een school die op de nominatie stond om afgebroken te worden.

De omstandigheden waren niet ideaal. Gebrek aan privacy en vooral aan spullen. Maar door de enthousiaste inzet van de vrijwilligers werd het zowaar een gezellige boel in de oude school. Als praten niet kon door de taalbarrière was er altijd nog wel een glimlach voor elkaar. Velen begonnen enthousiast de Nederlandse taal te leren met behulp van kinderboekjes. Er werden uitstapjes, muziek- en dansavonden georganiseerd en geregeld gingen de mensen eten bij de vrijwilligers thuis. Zo heb ik op een regenachtige zondagmiddag met drie Syrische mannen op de bank Formule 1 zitten kijken. Of ze het niet koud hadden hier? Nee, dat viel mee, in Servië was het koud geweest. En ik realiseerde me dat ze nog maar een paar dagen geleden een bizarre tocht hadden gemaakt.

Op een dag besloot mijn vrouw haar naaimachine, die bij ons thuis zeker geen overuren maakte, mee te nemen naar de opvang in de hoop dat ze er iemand een plezier mee kon doen. Het bleek een gouden greep. Toen zij aan een tolk vroeg of er misschien vrouwen zouden zijn die interesse hadden om er wat mee te doen nam deze haar mee naar een man, die dolblij was met het apparaat. Al gauw had hij zijn eigen naaiatelier waarin hij herstelwerk verrichte voor de rest van de groep.

Enige tijd later moest de groep de school verlaten omdat de sloopwerkzaamheden al gepland waren en men een start moest maken met het afbreken van de school. De hele groep verhuisde naar een locatie zo'n 20 kilometer verderop en het COA nam nu wel de verantwoordelijk op zich. Dit maakte het leven van de vluchtelingen er niet vrolijker op.

In verband met de brandveiligheid moesten alle vloerkleden weg. Het feestje dat de vrouwen wilde organiseren voor alle vrouwelijke vrijwilligers van de vorige opvang mocht niet in de gang plaatsvinden -er is geen gemeenschappelijke ruimte- en er mocht geen versiering opgehangen worden. Er mocht slechts één vrijwilliger per kamer uitgenodigd worden, die dan ook daadwerkelijk in die kamer moest zijn. Enkele dagen later moesten tot overmaat van ramp alle elektrische apparaten ingeleverd worden. De naaimachine dus ook...

De vluchtelingen verlangen terug naar de oude school. Daar waren de leefomstandigheden niet ideaal, maar er werd gelachen, er werd geleefd. Nu zit iedereen in zijn of haar eigen kamertje, op een koude vloer zonder iets om handen te hebben. 
Toen iemand een COA medewerker eens vroeg of zij op z'n minst een keer kon glimlachen, was het antwoord: "Nee, daar heb ik het te druk voor..."




Geen opmerkingen:

Een reactie posten